Engels : Nederlands asset = voordeel backlash = tegenreactie bias = vooroordeel to boast = opscheppen to constrain = beperken to convey = overbrengen, uitdragen drawback = nadeel to erode = aantasten to fuel = aanwakkeren hike = lange wandeling novelty = nieuwigheid premature = voorbarig provided = mits reinforcement = versterking surge = plotselinge toename to sustain = in stand houden tadpole = kikkervisje toddler = peuter uptight = zenuwachtig to wrap = inpakken