Engels : Nederlands abundance of = overvloed aan abundant = volop to advocate = een voorstander zijn van afflicted = getroffen, geteisterd albeit = hetzij, ofschoon to be frowned upon = afgekeurd worden to compose = samenstellen comprehensive = uitgebreid to convert = bekeren cultivation = teelt to decimate = uitdunnen, uitroeien deficiency = tekort edible = eetbaar to gobble = opvreten indigenous = inheems, autochtoon locust = sprinkhaan malnutrition = ondervoeding Native American = Indiaan to stem from = voortkomen uit, voortvloeien uit to verify = bevestigen whopping = maar liefst yield = opbrengst