Engels : Nederlands accordingly = dienovereenkomstig on the rise = aan het stijgen disparity = ongelijkheid disposable income = besteedbaar inkomen figures = cijfers, getallen to further = bevorderen to grant = gunnen, verlenen impoverished = verarmde invaluable = van onschatbare waarde judgmental = oordelend to justify = rechtvaardigen knowledgeable = goed ingelicht minute = zeer klein, miniem peer = leeftijdsgenoot peril = gevaar ramification = (negatief) gevolg scope = omvang sustenance = voeding, levensonderhoud tangible = concreet, tastbaar to sulk = mokken, mopperen