Engels : Nederlands
chapter = hoofdstuk
classroom = klaslokaal
days = dagen
diary = agenda
English class = Engelse les
favourite subject = lievelingsvak
lesson = les
lunch break = lunchpauze
my first (school) day = mijn eerste (school)dag
school subjects = schoolvakken
timetable = lesrooster
tomorrow = morgen
(to) love = leuk vinden / houden van
She loves English class. = Ze vindt Engelse les leuk.
What time is it? = Hoe laat is het?
midnight = 24.00 uur
noon = 12.00 uur
AM = 00.00 12.00 uur
at night = in de nacht / 's nachts
at school = op school
at six o'clock = om zes uur
busy = bezig
free = vrij
in the afternoon = in de middag / 's middags
in the evening = in de avond / 's avonds
in the morning = in de ochtend / 's ochtends
on time = op tijd
on Wednesday = op woensdag
PM = 12.00 24.00 uur
too late = te laat
School subjects = Schoolvakken
English = Engels
French = Frans
history = geschiedenis
art = tekenen
biology = biologie
maths = wiskunde
PE / physical education = lichamelijke opvoeding
science = NaSk
computer science = ICT onderwijs
music = muziek
geography = aardrijkskunde
Days of the week = Dagen van de week
Monday = maandag
Tuesday = dinsdag
Wednesday = woensdag
Thursday = donderdag
Friday = vrijdag
Saturday = zaterdag
Sunday = zondag