Engels : Nederlands
appointment = afspraak
chapter = hoofdstuk
diary = agenda
exercise = oefening
field trip = excursie
homework = huiswerk
practise = training
presentation = presentatie
principal = rector, hoofd van de school
test = toets
(to) do = doen
(to) learn = leren
(to) love = houden van, leuk vinden
midnight = 24.00 uur
noon = 12.00 uur
already = al
AM = 00.00 - 12.00 uur
at eight o'clock = om acht uur
at night = in de nacht / 's nachts
busy = druk
favourite = lievelings-
in the afternoon = in de middag / 's middags
in the evening = in de avond / 's avonds
in the morning = in de ochtend / 's ochtends
on time = op tijd
PM = 12.00 - 24.00 uur
tomorrow = morgen
too late = te laat
School subjects = Schoolvakken
arts = tekenen
biology = biologie
computer science = ICT-onderwijs
English = Engels
French = Frans
geography = aardrijkskunde
history = geschiedenis
maths = wiskunde
music = muziek
physical education (PE) = lichamelijke opvoeding
science = NaSk
Days of the week = Dagen van de week
Monday = maandag
Tuesday = dinsdag
Wednesday = woensdag
Thursday = donderdag
Friday = vrijdag
Saturday = zaterdag
Sunday = zondag