Engels : Nederlands attack = aanval scared = bang fire truck (US); fire engine (UK) = brandweerwagen theft = diefstal paramedic = eerstehulpverlener to sit down = gaan zitten helicopter = helikopter coastguard = kustwacht police = politie police officer = politieagent to rescue = redden rescue team = reddingsteam to be quiet = stil zijn safe = veilige to hide = verstoppen nervous = zenuwachtig to take care of = zorgen voor A man on a motorcycle has been hit by a car. = Een man op een motorfiets is aangereden door een auto. Don’t panic. Help will be there soon! = Geen paniek. Er zal snel hulp zijn. Have you been injured? = Ben je gewond? He is feeling dizzy and is having trouble breathing. = Hij voelt zich duizelig en heeft problemen met ademhalen. I hear the sound of a railroad nearby. = Ik hoor het geluid van een spoorweg vlakbij. I want to report a car accident near the supermarket on Charles Street. = Ik wil melding maken van een auto-ongeluk bij de supermarkt aan Charles Street. I was hiking but now I’m lost. = Ik was aan het wandelen en nu ben ik verdwaald. I’m at 6 Main Street in Denver. It’s the big store at the corner. = Ik ben bij Main Street 6 in Denver. Het is de grote winkel op de hoek. I’m not sure where I am exactly. It looks like a factory. = Ik weet niet precies waar ik ben. Het ziet eruit als een fabriek. I’m on the American Lake trail. About 2 miles from Richmond Hill. = Ik ben op het American Lake-pad. Ongeveer 2 mijl van Richmond Hill. Please calm down and tell me exactly what has happened. = Blijf rustig en vertel me precies wat er is gebeurd. Please stay calm and try to speak clearly. = Blijf rustig en probeer duidelijk te praten. She is awake, but in a lot of pain. She says her chest hurts. = Ze is bij bewustzijn, maar heeft veel pijn. Ze zegt dat haar borst zeer doet. Someone has been hurt. He needs an ambulance! = Er is iemand gewond. Hij heeft een ambulance nodig! The biker is lying on the ground and the driver has a head wound. = De motorrijder ligt op de grond en de bestuurder heeft een hoofdwond. There has been a robbery at my store. = Er is een overval geweest in mijn winkel. We were cycling near Camp Verde and now we’re in the middle of a forest fire. = We waren aan het fietsen bij Camp Verde en we zijn midden in een bosbrand beland. We will send someone over to help you straight away. = We sturen meteen iemand om je te helpen. We’re really scared, because the fire is spreading so fast. = We zijn erg bang, omdat het vuur zich zo snel verspreidt. What is your exact location? = Wat is je precieze locatie? I’m standing next to an abandoned shack. = Ik sta naast een verlaten hutje. We’re on the I17 north of Phoenix. = We zijn op de I17 ten noorden van Phoenix.