Engels : Nederlands to join = (zich) aansluiten bij to attack = aanvallen to fire = afvuren to protect = beschermen to guard = bewaken fine = boete bomb = bom citizen = burger camouflage = camouflage to kill = doden army = leger war = oorlog to pass = passeren jar = pot soldier = soldaat to return = terugkeren uniform = uniform to fight = vechten security = veiligheid flag = vlag refugee = vluchteling to flee = vluchten freedom = vrijheid weapon = wapen