Engels : Nederlands Do you have a [pet]? = Heb jij een [huisdier]? We have three pets, two dogs and a [cat]. = Wij hebben drie huisdieren, twee honden en een [kat]. We raise [dogs for helping blind people]. = Wij voeden [blindengeleidehonden] op. How do they train [dogs]? = Hoe worden [honden] getraind? They start training them when they are [puppies]. = De training begint als ze [puppy] zijn. Why do people keep [pets]? = Waarom houden mensen [huisdieren]? I guess the most important thing is [companionship]. = Ik vermoed dat [gezelschap] het belangrijkst is. My friend has a snake, ferrets and [spiders]. = Mijn vriend heeft een slang, fretjes en [spinnen]. [Puppies] will chew up everything they can. = [Puppy's] kauwen alles op wat ze kunnen. [Pet lovers] love their furry friends. = [Dierenliefhebbers] houden van hun harige vriendjes. Max is the most popular name for dogs. = Max is de populairste naam voor een hond. Some [cat owners] admit they talk to their cat. = Sommige [kattenbezitters] geven toe dat ze tegen hun kat praten. Cats only [meow] to get our attention. = Katten [mauwen] alleen om onze aandacht te krijgen. Cats have better memories than dogs. = Katten kunnen beter onthouden dan honden. Dogs can hear better than [human beings]. = Honden kunnen beter horen dan [mensen]. They probably use their ears more than their eyes. = Waarschijnlijk gebruiken ze hun oren meer dan hun ogen.