I live in quite a big house.
|
My house has twelve rooms.
|
We live in an old house.
|
In our kitchen there is a big round table and a cooker.
|
There is a TV in our living room.
|
We have recently renovated our home.
|
Dad painted the staircase black.
|
There are two fireplaces in our house.
|
The kitchen is the heart of our house.
|
The walls in our living room are green.
|
My home is full of old wooden furniture.
|
Do you like our leather sofa?
|
The floor in my bedroom is blue.
|
The bathroom is downstairs and our bedrooms are upstairs.
|
I'm glad we have a dishwasher.
|
We wash the plates in the sink.
|
We have a backgarden and a front garden.
|
|
Wij wonen in een oud huis.
|
Mijn huis heeft twaalf kamers.
|
We wonen in een redelijk groot huis.
|
Wij hebben recent ons huis verbouwd.
|
Er staat een TV in onze woonkamer.
|
In onze keuken staat een grote ronde tafel en een fornuis.
|
De keuken is het hart van ons huis.
|
Er zijn twee open haarden in ons huis.
|
Papa heeft de trap zwart geverfd.
|
Vind je onze leren bank mooi?
|
Mijn huis staat vol met oude houten meubels.
|
De muren in onze woonkamer zijn groen.
|
Ik ben blij dat we een afwasmachine hebben.
|
De badkamer is beneden en de slaapkamers zijn boven.
|
De vloer in mijn slaapkamer is blauw.
|
|
We hebben een achtertuin en een voortuin.
|
We wassen de borden in de gootsteen.
|