Engels : Nederlands When I opened the [curtain], it was snowing. = Toen ik het [gordijn] open maakte, was het aan het sneeuwen. This [carpet] is big enough to cover the whole floor. = Dit [tapijt] is groot genoeg om de hele vloer te bedekken. Don't forget [(to) lock] the door when you leave the house. = Vergeet niet de deur [op slot doen] als je het huis verlaat. You can (to) [rent] a boat by the hour. = Je kan een boot per uur (ver)[huren]. He helped me (to) [move] to my new apartment. = Hij hielp me [verhuizen] naar mijn nieuwe appartement. Used papers are thrown away in the [waste paper basket]. = Gebruikte papieren worden weggegooid in de [prullenmand]. I have a big [desk] in my room for homework. = Ik heb een groot [bureau] in mijn kamer voor huiswerk. During winter I sleep under two [blanket]s. = Tijdens de winter slaap ik onder twee [deken]s. After multiple nights you need [to change the sheets] on the bed. = Na een paar nachten moet je [de lakens verschonen] van het bed. Can you (to) [vacuum] the dirty floor? = Kan je de vieze vloer [stofzuigen]? Our neighbours complained, we need [to turn down] the music. = Onze buren hebben geklaagd, we moeten de muziek [zachter zetten]. Can you (to) [switch on, to turn on] the television? = Kan je de televisie [aandoen]? Can you (to) [switch off, to turn off] the television? = Kan je de televisie [uitdoen]? To charge your phone, you put your charger in the [socket]. = Om je telefoon op te laden, stop je de lader in het [stopcontact]. You can use my [plug] to charge your phone. = Je kan mijn [stekker] gebruiken om je telefoon op te laden. She spends a lot of time looking at herself in the [mirror]. = Ze besteedt veel tijd om zichzelf in de [spiegel] te bekijken. To store my books, I use a [bookshelf]. = Om mijn boeken te bewaren gebruik ik een [boekenplank]. The new desk contains three [drawer]s. = Het nieuwe bureau heeft drie [la(de)]s. There are some coats in the [cupboard]. = Er hangen een paar jassen in de [kast]. Clothes are stored in a [closet]. = Kleren worden bewaard in een [ingebouwde kast]. The museum is full of beautiful [pictures]. = Het museum staat vol met mooie [plaatjes, foto's, schilderijen]. A [radiator] is used to heat a house. = Een [radiator] wordt gebruikt om een huis te verwarmen. He asked his friends to help (to) [decorate] his new house. = Hij vroeg zijn vrienden om te helpen zijn nieuwe huis te [behangen, schilderen]. Our kitchen is messy, can you help [to tidy] it up? = Onze keuken is rommelig, kan je helpen met [opruimen]? These [scissors] do not cut the papers very well. = Deze [schaar] knipt de papieren niet heel goed.