What does your living room look like?
|
Our living room is 40 square metres.
|
Make yourself at home.
|
Can I take a bath?
|
How do I turn on the gas?
|
The dishwasher is out of order.
|
Once a week I mow the lawn.
|
The plates are in the cupboard over the cooker.
|
The library is near the cinema.
|
Please close the garden gate.
|
You will find the map in the top drawer.
|
The waste bin is under the sink.
|
The neighbours are very friendly people.
|
Where are the cleaning things?
|
Mind the step!
|
Doe alsof je thuis bent.
|
Onze huiskamer is 40 vierkante meter.
|
Hoe ziet jouw woonkamer eruit?
|
De afwasmachine is stuk.
|
Hoe zet ik het gas aan?
|
Mag ik een bad nemen?
|
De bibliotheek is vlakbij de bioscoop.
|
De borden staan in het kastje boven het fornuis.
|
Eenmaal per week maai ik het gras.
|
De afvalbak staat onder de gootsteen.
|
Je vindt de plattegrond in de bovenste la.
|
Wil je het tuinhek dichtdoen?
|
Pas op het afstapje!
|
Waar zijn de schoonmaakspullen?
|
De buren zijn erg aardige mensen.
|