Engels : Nederlands We are not an ordinary family. = Wij zijn geen gewone familie. We are very close. = We zijn heel hecht met elkaar. I feel so lucky. = Ik bof ontzettend. It doesn't matter to me. = Het maakt mij niets uit. We come from everywhere. = We komen overal vandaan. We are searching for ones to care. = We zijn op zoek naar anderen die om ons geven. We found us a home. = We hebben een thuis gevonden. Cinderella lived with her stepmother. = Assepoester woonde bij haar stiefmoeder. She had two stepsisters. = Ze had twee stiefzussen. It was time for the prince to marry. = Het werd tijd dat de prins ging trouwen. All the girls in the country were invited. = Alle meisjes in het land waren uitgenodigd. They left the house in their beautiful dresses. = Ze verlieten het huis in hun mooie jurken. Cinderella was all alone. = Assepoester was helemaal alleen. She was very sad. = Ze was heel verdrietig. The Fairy Godmother turned a pumpkin into a golden coach. = De toverfee veranderde een pompoen in een gouden koets. some mice into black horses = een paar muizen in zwarte paarden and a rat into a coachman = en een rat in een koetsier She had to leave before midnight. = Ze moest voor middernacht weg. The prince danced with her all evening. = De prins danste de hele avond met haar. Suddenly the clock began to strike twelve. = Opeens sloeg de klok twaalf uur. Cinderella lost her glass slipper on the stairs. = Assepoester verloor haar glazen muiltje op de trap. She married the prince and they lived happily ever after. = Ze trouwde met de prins en ze leefden nog lang en gelukkig.