Engels : Nederlands I've been [forging money]. = Ik heb [geld vervalst]. Hedgehog, have a hundred [grand]. = Hedgehog, pak honderd [ruggen] aan. (a grand Richie, have a fifteen pound [note]. = Richie pak een [briefje] van 15 pond aan. (dit biljet bestaat niet, vandaar de misprint) Is that the Queen on the back of a [fiver]? = Is dat de Queen op de achterkant van een [vijfje]? What have you printed on the back of a [tenner]? = Wat heb je op de achterkant van een [tientje] geprint? Let's go down the pub and see if the [forged money] works. = Laten we naar de kroeg gaan om te kijken of het [vervalste geld] geaccepteerd wordt. [Looking after money] isn't easy. = [Met geld omgaan] is niet makkelijk. Money makes many people [feel bad]. = Geld maakt dat veel mensen zich [ongelukkig voelen]. Some people worry about [spending money]. = Sommige mensen maken zich zorgen over [geld uitgeven]. [They feel guilty] when spending money on themselves. = [Ze voelen zich schuldig] als ze geld voor zichzelf uitgeven. I'm really good at [saving my cash]. = Ik ben heel goed in [mijn geld sparen]. Women are [more generous] with money. = Vrouwen zijn [guller] met geld. I think you [suffer from money problems]. = Ik denk dat je [lijdt aan geldproblemen]. Shop want us to [buy things on impulse]. = Winkels willen dat wij [impulsief kopen]. Candies and chocolate are always by the [checkout] in supermarkets. = In supermarkten liggen snoep en chocola altijd bij de [kassa]. Buying on impule can be bad for our [finances]. = Impulsief kopen kan slecht zijn voor onze [financiƫn]. When you spend too much money you can go [bankrupt]. = Als je teveel geld uitgeeft kan je [failliet] gaan.