Engels : Nederlands There is an economic [divide] between the rich and the poor. = Er is een economische [scheiding] tussen rijke en arme mensen Lot's of research has been done on [poverty]. = Er is veel onderzoek gedaan naar [armoede]. [Wealthy people] also use drugs. = [Rijke mensen] gebruiken ook drugs. Poor people have to work two jobs to reach similar [income levels]. = Arme mensen moeten twee banen hebben om hetzelfde [inkomensniveau] te bereiken. Rich parents have [resources] to protect their kids. = Rijke ouders hebben [middelen] om hun kinderen te beschermen. Rich kids can [inherit] the family business or wealth. = Rijke kinderen kunnen het familiebedrijf of de rijkdom [erven]. Rich kids can graduate from college [debt free]. = Rijke kinderen kunnen afstuderen zonder [studieschuld]. Milton Petrie was a [billionaire] from New York. = Milton Petrie was een [miljonair] uit New York. He paid for the old man's [medical bills]. = Hij betaalde de [ziektekosten] van de oude man. He sent [generous] checks to families who needed money. = Hij zond [royale] cheques naar gezinnen die geld nodig hadden. He wanted to help those [less fortunate] than himself. = Hij wilde mensen helpen die [minder fortuinlijk] waren dan hij. I work hard [to make money]. = Ik werk hard [om geld te verdienen]. His [will] was 120 pages long. = Zijn [testament] was 12 bladzijden lang. Her father was a [businessman]. = Haar vader was een [zakenman]. He taught her about [stocks]. = Hij onderwees haar over [aandelen]. He also taught her about [bonds]. = Hij onderwees haar ook over [obligaties]. She opened her own [bank account] at the age of six. = Toen ze 6 jaar was opende ze haar eigen [bankrekening]. Her [stinginess] was legendary. = Haar [vrekkigheid] was legendarisch.