Engels : Nederlands a trifling matter = een trivialiteit, kleinigheid the social well-being = het sociaal welbevinden the right use of money = het juiste gebruik van geld the generosity = de vrijgevigheid the providence = de voorzienigheid, zorgen voor de toekomst the counterpart = de tegenhanger the avarice = de gierigheid the spending = het uitgeven the lending = het uitlenen the borrowing = het lenen van (to) provide for = voorzien in het onderhoud van (to) make arrangements for the future = maatregelen treffen voor de toekomst