Engels : Nederlands
achievements = prestaties / resultaten
day-to-day = dagelijks
diminishes over time = na verloop van tijd afgenomen
enhance = verbeteren
evaluated = geëvalueerd / beoordeeld
ever-present = altijd aanwezig
evoke fewer comparisons = roept minder vergelijkingen op
the homeless = daklozen
one-time experiences = eenmalige ervaringen
oneself = zichzelf
participants = deelnemers
to predict = voorspellen / verwachten
readily = gemakkelijker
to reinforce = versterken
satisfying experiences = bevredigende ervaringen
scratchie = kraskaart
seemingly logical assumption = schijnbaar logische veronderstelling
significantly = aanzienlijk / behoorlijk
undiluted pleasure = puur plezier
subjective = persoonlijk
wellbeing / well-being = welzijn