Engels : Nederlands The exam tests the pilots [ability] to multitask. = Het examen toetst de [vakbekwaamheid] van piloten om te multitasken. Liz has to do three tasks [simultaneously]. = Liz moet drie taken [tegelijkertijd] uitvoeren. The test predicts the [ability] of the pilot = De test voorspelt de [vaardigheid] van de piloot. Is there enough [fuel] left? = Is er nog genoeg [brandstof] over? You can only [focus] on one task. = Je kunt je maar op één taak [concentreren]. Pilots need to scan the [environment]. = Piloten moeten de [omgeving] afspeuren. My test results were [average]. = De uitslag van mijn toets was [gemiddeld]. Scientists build on the work of their [predecessors]. = Wetenschappers borduren voort op het werk van hun [voorgangers]. There is need for an [invention]. = Er is behoefte aan een [uitvinding]. The [celerifere] was invented in France. = De [loopfiets] is in Frankrijk uitgevonden. The pedals were connected to the [rear wheel]. = De pedalen zaten vast aan het [achterwiel]. The pedals are connected by [cranks]. = De pedalen zitten vast met [krukassen]. All bicycles have a [chain] and sprocket. = Alle fietsen hebben een [ketting] en tandwiel. They also have [pneumatic tyres]. = Ze hebben ook [luchtbanden]. Most bicycles have two-and three-speed [gears]. = De meeste fietsen hebben twee en drie [versnellingen]. Franklin and Watson [independently] concluded the existence of electicity. = Franklin en Watson kwamen [onafhankelijk van elkaar] tot de conclusie dat elektriciteit bestaat. All materials possess an [electrical fluid]. = Alle materialen hebben een [elektrische vloeistof]. Franklin carried out his famous [kite] experiment. = Franklin voerde zijn beroemde experiment met de [vlieger] uit. An [electric current] passes through the lightbulb = Er gaat een [elektrische stroom] door de gloeilamp.