Engels : Nederlands Comfortable = Comfortabel Elegant = Elegant Shorts = Korte broek Trousers = Lange broek Top = Een top Blouse = Een blouse (voor vrouwen) Shirt = Een blouse / overhemd (voor mannen) T-shirt = T-shirt Socks = Sokken Dress = Jurk Skirt = Rok Shoes = Schoenen Boots = Laarzen Sandals = Sandalen Suit = Een pak (voor mannen) Tie = Stropdas Trainers = Sportschoenen, sneakers Jacket = Jasje Coat = Jas Jumper / Sweater = Trui Hat = Hoed Cap = Pet Scarf = Sjaal Tracksuit = Trainingspak Glamorous = aantrekkelijk, betoverend mooi Fabric = (een) Stof Print = Print (bedrukking) Shape = Vorm Well-dressed = Goed gekleed