Engels : Nederlands enjoy nature = van de natuur genieten monkeys = apen see historical buildings = historische gebouwen bekijken relax = ontspannen do nothing = niets doen learn how to surf = surfen leren scuba diving = duiken drive a truck = in een vrachtwagen rijden hike = een wandeltocht maken beach = strand in the desert = in de woestijn by car = met de auto by plane = met het vliegtuig by bike = met de fiets by boat = met de boot by bus = met de bus by train = met de trein bike trip = fietsvakantie city trip = stedentrip group tour = groepsreis cruise = cruise backpack trip = met een rugzak rondtrekken camping trip = kampeerreis southern = zuidelijk waterfall = waterval path = pad people = mensen visit = bezoeken behind = achter fairy tale = sprookje rainbow = regenboog