Travelling can often take a long time.
|
Especially when great distances need to be covered.
|
A bicycle is a cheap mode of transport.
|
A car is faster than a bicycle.
|
A motorcycle is more expensive than a bicycle.
|
For long distances people usually choose a plane.
|
You need to arrive at the airport three hours prior to departure.
|
A train is another mode of transport.
|
What is the destination of this train?
|
The ferry leaves from the harbour.
|
You can sometimes sleep on a ferry.
|
This is a very long journey.
|
This cruise ship leaves from the city port.
|
He travels the world without flying.
|
He wants to reach every country in the world.
|
He is going to be on the road for years.
|
|
|
Een fiets is een goedkoop transportmiddel.
|
Vooral als grote afstanden afgelegd moeten worden.
|
Reizen kan vaak lang duren.
|
Voor lange afstanden kiezen mensen meestal voor een vliegtuig.
|
Een motor is duurder dan een fiets.
|
Een auto is sneller dan een fiets.
|
Wat is de bestemming van deze trein?
|
Een trein is een ander transportmiddel.
|
Je moet drie uur voor het vertrek op het vliegveld aanwezig zijn.
|
Dit is een hele lange reis.
|
Op een veerboot kan je soms slapen.
|
De veerboot vertrekt uit de haven.
|
Hij wil elk land in de wereld bereiken.
|
Hij reist de wereld rond zonder te vliegen.
|
Het cruise schip vertrekt uit de stadshaven.
|
|
|
Hij zal jaren onderweg zijn.
|