A bicycle is a cheap mode of transport.
|
A car is faster than a bicycle.
|
For long distances people usually choose a plane.
|
A train is another mode of transport.
|
What is the destination of this train?
|
This is a very long journey.
|
He travels the world without flying.
|
He wants to reach every country in the world.
|
Imagine spending seven years on the road.
|
Walking is not the quickest way to travel.
|
Many cities are pedestrian-friendly.
|
Cycling is an eco-friendly way of travelling.
|
Biking is suitable for most ages.
|
Most travelers rely on vehicles.
|
Renting a car is one of the most comfortable ways to travel.
|
Flying is by far the most practical way to travel.
|
The service can be downright amazing.
|
Planes are extremely safe.
|
Travelling by bus is cost-effective.
|
There are nice buses out there.
|
Overnight sleeper buses can be brutal.
|
Trains are the next fastest way to travel.
|
|
|
Voor lange afstanden kiezen mensen meestal voor een vliegtuig.
|
Een auto is sneller dan een fiets.
|
Een fiets is een goedkoop transportmiddel.
|
Dit is een hele lange reis.
|
Wat is de bestemming van deze trein?
|
Een trein is een ander transportmiddel.
|
Stel je voor dat je zeven jaar lang op weg bent.
|
Hij wil elk land in de wereld bereiken.
|
Hij reist de wereld rond zonder te vliegen.
|
Fietsen is een milieuvriendelijke manier van reizen.
|
Veel steden zijn voetgangersvriendelijk.
|
Wandelen is niet de snelste manier om te reizen.
|
Een auto huren is een van de meest comfortabele manieren van reizen.
|
De meeste reizigers vertrouwen op voertuigen.
|
Fietsen is geschikt voor de meeste leeftijden.
|
Vliegtuigen zijn extreem veilig.
|
De service kan simpelweg fantastisch zijn.
|
Vliegen is verreweg de meest praktische manier van reizen.
|
Slaapbussen kunnen verschrikkelijk zijn.
|
Er bestaan fijne bussen.
|
Reizen met de bus is rendabel.
|
|
|
Treinen zijn de op een na snelste manier om te reizen.
|