Engels : Nederlands moreover / [besides] = bovendien firstly, secondly etc. = in de eerste, tweede plaats lastly = in de laatste plaats [moreover] / besides = bovendien as = daar, omdat because = omdat for = want therefore = daarom How do cameras [actually] work? = eigenlijk as a matter of fact = eigenlijk in fact / as a matter of fact = in feite after all = per slot van rekening all in all = alles welbeschouwd in conclusion = concluderend in short = kortom so = dus summing up = samenvattend therefore = [daarom, dus] / daarom though (aan het begin van een zin) / [although] = hoewel but = maar contrary to / in contrast to = in tegenstelling tot by contrast = daarentegen even though = zelfs al, ook al on the one hand.... = aan de ene kant... on the other hand... = aan de andere kant He, [however], preferred to live abroad. = echter instead of = in plaats van yet (aan het begin van een zin) / [still (aan het begin van een zin)] = echter, toch [though (aan het begin van een zin)] / although = hoewel though (midden in een zin) = echter [yet (aan het begin van een zin)] / still (aan het begin van een zin) = echter, toch