adept (to) amplify barrage
batch clergy (to) defraud
(to) fizzle (to) go viral (to) hawk
heretic illiterate indulgence
itinerant (to) precipitate prolific
proposition (to) simmer surge
(to) ripple
spervuur versterken / aanvallen bedreven / deskundig
geld aftroggelen geestelijkheid oplage
venten / op straat verkopen zich als een virus verspreiden uitgaan als een nachtkaars
aflaat analfabeet ketter
productief versnellen / bespoedigen rondtrekkend
stijging pruttelen / sudderen stelling
kabbelen / golven