Engels : Nederlands alpha-male = alfaman / leider beneficial = voordelig binge = uitspatting / partij (to) boost = bevorderen / verhogen (to) conceal = verbergen confidentiality = vertrouwelijkheid / geheimhouding encounter = ontmoeting (to) envy = jaloers zijn op established = had naam gemaakt mutually = wederzijds persona = rol / karakter rating = kijkcijfer (to) stipulate = vastleggen throng = massa / menigte