Engels : Nederlands (to) be eligible = in aanmerking komen cohesive = op elkaar ingespeeld final man cut = laatste man die afviel gash = gapende wond / fikse snee ice-encased = met ijs bedekt (to) lurch = slingeren musk ox = muskusos not in sync = uit de pas (to) pound = ploeteren / zwoegen (to) retrieve = terugvinden self-deprivation = het zich blootstellen aan ontberingen (to) simmer = sudderen / pruttelen (to) snarl = grommen unruly = onhandelbaar