Engels : Nederlands axiomatic = vanzelfsprekend banter = geplaag blanket = algemeen / collectief Chief Executive Officer = voorzitter van de raad van bestuur cognisant of = zich bewust van consequential = gewichtig / zwaarwegend contender = rivaal / tegenstander frenetic = jachtig / hypernerveus gaunt = broodmager (to) gravitate = aangetrokken worden pithy = pittig / kernachtig pivotal = cruciaal / allesomvattend relentless = aanhoudend scrape = ruzie / twist (to) side with = de kant kiezen van State Department = ministerie van Buitenlandse Zaken stovepipe = kachelpijp / strak zittend subdued = ingetogen upheaval = omwenteling / opschudding