Engels : Nederlands cadence = tongval cautionary = waarschuwend clamour for = roep om (to) command = vragen / rekenen conveniently = gunstig / passend copycat = imitatie corporate = voor een bedrijf dead ringer for = exact evenbeeld van engagement = afspraak / optreden enviable = benijdenswaardig far cry = totaal niet / [ver verwijderd] far cry = [totaal niet] / ver verwijderd faux = nep / namaak fleetingly = kortstondig / vluchtig giddy = duizelig gofer = loopjongen (to) harbour = koesteren Home Counties = graafschappen bij Londen inflated = opgeblazen lady-in-waiting = hofdame mannerism = eigenaardigheid Personal Assisstant = persoonlijk assistent the Queen's English = algemeen beschaafd Engels regally = vorstelijk reluctantly = met tegenzin ruefully = met spottend medelijden sternly = streng tantrum = woede-uitbarsting tone = toon / intonatie / accent unnervingly = verontrustend unseemly = ongepast / onbehoorlijk walk of life = rang en stand walkabout = rondgang te midden van het publiek