Engels : Nederlands
brutal = gewelddadig
deer = hert
eventually = uiteindelijk
fabric = stof
hernia = liesbreuk
idle = Inactief
lack = gebrek
lame = kreupel
magazine = tijdschrift
to make out = vrijen
meaning = betekenis
mode = Modus/manier/wijze
the other day = onlangs én de volgende dag
physician = arts
rare = zeldzaam
spite = wrok
slim = slank
small = klein
smart = slim
sober = nuchter
soldier = Militair in het algemeen
underarm = oksel
undertaker = begrafenisondernemer
actual = echt / werkelijk
administration = regering / bestuur
beware = oppassen
crippled = verminkt
brave = dapper / moedig
global = mondiaal / wereld-
Kind = aardig
hood = kap / muts
(to) solicit = verzoeken
stout = dik / gezet / soort bier