Engels : Nederlands bucolic = [landelijk], in een prachtige landelijke omgeving. bungalow = [bungalow], een kleine, gezellige huisje. chatoyant = net als de ogen van een kat comely = bevallige / aantrekkelijk conflate = vermengen / om samen te mengen. cynosure = aanbeden / Een brandpunt van bewondering dalliance = een korte liefdesrelatie demesne = grondgebied / territorium demure = ingetogen / verlegen en gereserveerd denouement = ontknoping (van een mysterie)