cards

Let's play a game of cards.

 sports

Do you do any sports?

 member

I am a member of a judo club.
hobby

Do you have a hobby?

 play

I play the keyboard.

 Skate

I Skate every week.
hobbies

What are your hobbies?

 stamps

I collect stamps.

 three

I train three times a week.
Saturday

I have a match every Saturday.

 sing

I like to sing.

 draw

My sister likes to draw.
football

How long have you played football?

 six

I have played football for six years.

 hobbies

I don't have any hobbies.
lid

Ik ben lid van een judo club.

 sport

Doe je aan sport?

 kaarten

Laten we een spelletje kaarten.
Schaats

Ik Schaats elke week.

 speel

Ik speel keyboard.

 hobby

Heb je een hobby?
drie

Ik train drie keer per week.

 postzegels

Ik verzamel postzegels.

 hobbies

Welke hobbies heb jij?
tekenen

Mijn zus houdt van tekenen.

 zingen

Ik hou van zingen.

 zaterdag

Ik heb elke zaterdag een wedstrijd.
hobbies

Ik heb geen hobbies.

 zes

Ik voetbal al zes jaar.

 voetbal

Hoe lang voetbal je al?