Engels : Nederlands
Well, the mechanics of time [travel].... = reizen
Where is the nearest [busstop]? = Waar is de dichtstbijzijnde [bushalte]?
(to) reserve = reserveren
Since you've stood in a [queue] for six hours... = rij
But the men trapped [underground] = ondergrondse
She turned her back [to] the audience. = Ze keerde haar rug [naar] het publiek.
from = van / uit
What was it in [connection] with? = verbinding
DRAKE: [run] for it! = rennen
The Virgin Galactic Spaceship is [due] for lift-off soon. = [verwacht] / geacht
ARTHUR: He's not gonna check every [compartment]. = coupé
Don't miss your [plane]. = vliegtuig
(to) check in = inchecken
I think somebody is going to make an [announcement]. = omroepbericht
The [boat] used to be moored near there. = boot
port = haven / havenstad
the [ferry] doesn't wait. = veerboot
by car = met de auto
He claims that it fell through a hole in his pocket [on the way to] the movies... = onderweg
on the road to = op weg naar
via = via
to ride / [to drive] = rijden
truck / [lorry] = vrachtwagen
I ride my [bicycle] to school every day. = fiets
Jules, you [ride] with me. = rijden