Bye

Bye. See you later.

phone

Can I use your phone?

say

Can you say that again, please?

speak

Can you speak more slowly, please?

met

Have you met Sita?

agree

I agree with you.

guitar

I am fond of playing the guitar.

think

I don't think so.

understand

I don't understand you.

homework

I hate homework.

hope

I hope to see you soon.

mail

I will mail you later.

nice

nice to meet you.

See you soon

See you soon.

What

What does he look like?

zeggen

Kan je dat nog een keer zeggen?

telefoon

Mag ik je telefoon gebruiken?

dag

dag. Tot ziens.

ben

Ik ben het met je eens.

ontmoet

Heb je Sita wel eens ontmoet?

spreken

Kunt u wat langzamer spreken?

begrijp

Ik begrijp u niet.

denk

Ik denk van niet.

gitaar

Ik ben dol op het spelen van de gitaar.

mail

Ik mail je straks.

hoop

Ik hoop je gauw te zien.

huiswerk

Ik hou niet van huiswerk.

Hoe

Hoe ziet hij eruit?

Tot gauw

Tot gauw.

Leuk

Leuk je te ontmoeten.