exchange

Can I exchange this CD?

help

Could you help me, please?

larger

Have you got these shoes in a larger size?

hat

How much is this hat?

around

I'm just looking around.

suits

It suits you very well.

wrap

Shall I wrap it for you?

bargain

That's a real bargain.

postcards

These postcards are ten pence each.

cash desk

Where is the cash desk?

looking for

This is not what I'm looking for.

change

Here's your change.

receipt

You have to bring the receipt.

eight

You can exchange it within eight days.

size

What size do you take?

grotere

Heeft u deze schoenen in een grotere maat?

helpen

Kunt u mij helpen?

ruilen

Kan ik deze CD ruilen?

staat

Het staat je erg goed.

rond

Ik kijk alleen maar wat rond.

hoed

Hoe duur is deze hoed?

kaarten

Deze kaarten kosten tien pence per stuk.

koopje

Dat is echt een koopje.

inpakken

Zal ik het voor u inpakken?

wisselgeld

Hier is uw wisselgeld.

zoek

Dit is niet wat ik zoek.

kassa

Waar is de kassa?

maat

Welke maat heeft u?

acht

Je kunt het binnen acht dagen ruilen.

ontvangst

Je moet de ontvangst te brengen.