Engels : Nederlands
survey = overzicht
outline = kort overzicht
summary = samenvatting
topic / [subject] = onderwerp
composition = opstel
book report = boekverslag
author = auteur
fiction = verzonnen verhalen
critic = criticus
suspense = spanning
source = bron
copy = overschrijven / [exemplaar]
table of contents = inhoudsopgave
preface = voorwoord
fairy tale = sprookje
This man is very popular as a [narrator] of adventure stories. = verteller
main character / hero = hoofdfiguur
keep a reading file = een leesdossier bijhouden
non-fiction = wetenschappelijke lectuur
 A [novel] is a long written story about imaginary people and events. = Een [roman] is een lang geschreven verhaal over denkbeeldige mensen en gebeurtenissen.
prose = proza
poetry = dichtkunst / gedichten
imaginary = denkbeeldig
literal = letterlijk
literary = letterkundig
is set = [speelt zich af] verhaal
My mother [translate]s English into Russian at conferences. = vertalen
describe = beschrijven
You will have to [discuss] this with your parents. = Je zult dit met je ouders moeten [bespreken].
complete = aanvullen
repeat = herhalen
to [divide into] = verdelen in
copy = [overschrijven] / exemplaar
summarise = samenvatten