Engels : Nederlands home news = binnenlands nieuws startled = geschrokken Why not read my [column] to pass the time? = rubriek editors = redactie letter to the editor = ingezonden brief headlines = krantenkoppen cover = verslaan embarrassing = pijnlijk / gĂȘnant subscription = abonnement far-fetched = vergezocht eye-witness = ooggetuige He went to [announce] the arrival of the knight. = Hij ging de aankomst van de ridder [aankondigen]. distinguish = onderscheid maken take it for granted = [nemen als vanzelfsprekend aan] (vanzelfsprekend vinden) irrelevant = niet ter zake doend is at stake = er op het spel staat Emily is reading a [magazine]. = tijdschrift edition = nummer / uitgave tabloid = sensatieblad deliver = bezorgen comment on = commentaar geven op message = bericht circumstances = omstandigheden At a [funeral] someone is buried or cremated. = Op een [begrafenis] wordt iemand begraven of gecremeerd. wedding = bruiloft incident = voorval event = nummer, onderdeel / [gebeurtenis] phenomenon = verschijnsel coincidence = toeval disaster = ramp rescue operation = reddingsoperatie raid = overval burglary = inbraak