Engels : Nederlands
metropolis = wereldstad
suburb = voorstad
slum = achterbuurt
tramp = zwerver
native = geboorte-
outskirts = buitenwijken
amenities = voorzieningen
municipal = gemeentelijk
uninhabited = onbewoond
inhabitant = inwoner
The [remains] of the body. = De [overblijfselen] van het lichaam.
to discover = ontdekken
discovery = ontdekking
concrete = beton
urban = stedelijk
suburban = voorstedelijk
resident = bewoner
... as well as through [narrow] streets. = ... dan weer door [smal]le straatjes
alley = steeg
gutter = goot
[imposing] / impressive = indrukwekkend
the cheering was [impressive] = het gejuich was [indrukwekkend]
tremendous = enorm
The apartment they live in is [enormous]. = Het appartement waar zij in wonen is [enorm].
to extinguish = blussen
entire = gehele
entirely = helemaal
emergency = noodgeval
emergency exit = nooduitgang
by means of = door middel van
crowd = menigte
restricted / [limited] = beperkt
[restricted] / limited = beperkt
quarter = wijk