Engels : Nederlands
stroke = hersenbloeding
to rehabilitate = revalideren
to prescribe = voorschrijven
prescripition = recept
to treat = behandelen
treatment = behandeling
necessary = nodig
surgeon = chirurg
She had [plastic surgery] to make her nose smaller. = plastische chirurgie
surgery = [spreekkamer] / operatie
surgery hours = spreekuur
to perform = uitvoeren / verrichten
GP / general practitioner = huisarts
physician = arts
tissue = weefsel
directions = instucties
to bear / to endure = verdragen / uithouden
to operate on = opereren
to recover = herstellen
I will pray for your [recovery], sick man... = Ik zal bidden voor uw [herstel], zieke man ...
to tempt = in verleiding brengen
temptation = verleiding
weerstaan = weerstaan
resistance = weerstand
irresistible = onweerstaanbaar
pharmacy = apotheek
medicine / drug = medicijn
mortal / lethal = dodelijk
(im) mortal = (on) stervelijk
mortality = sterftecijfer