Engels : Nederlands to perform = opvoeren performance = voorstelling Take a [seat]. = zitplaats to reserve / [to book] = reserveren [to reserve] / to book = reserveren reserved = gereserveerd necessary = nodig funfair = kermis orchestra = orkest director = regisseur restricted / [limited] = beperkt unlimited = onbeperkt item = punt, onderdeel She turned her back to the [audience]. = Ze keerde haar rug naar het [publiek]. entertainment = vermaak, amusement to request = verzoeken An urgent [request] has gone out to find a pair of warm socks = Een dringend [verzoek] is gedaan om een ​​paar warme sokken vinden admission = toegangsprijs suspense = spanning to rehearse = repeteren rehearsal = repetitie cloakroom = garderobe annual = jaarlijks to entertain = vermaken award = prijs partial = gedeeltelijk to compose = componeren outstanding = uitstekend conductor = dirigent to conduct = dirigeren, leiden