a text (message)	message	sound
year	to brush	to check
to clean up the table	to come along	to do
to get dressed	to get up	to hate
to listen	to look	to lose
to pack	to pick up	to play the guitar
to send	to shout	to sing
to take pictures	to tell	to watch
to write	(right) now	after the beep
anything	as we speak	at my place
at the moment	busy	bye

geluid	boodschap	een sms
controleren	poetsen	jaar
doen	meekomen	de tafel afruimen
niet leuk vinden, hekel hebben aan	opstaan	aankleden
verliezen	kijken	luisteren
gitaar spleen	ophalen	inpakken
zingen	schreeuwen	sturen
bekijken	vertellen	foto’s maken
na de toon	nu	schrijven
bij mij thuis	op dit moment	iets
doei	druk	op het moment

dark	funny	loud
once	until	whole
We sent a text (message).	Brush your teeth!	I check my bag.
He gets up early.	Months	January
February	March	April
May	June	July
August	September	October
November	December	seasons
spring	summer	autumn / fall
winter

luid	raar	donker
hele	tot	één keer
Ik controleer mijn tas.	Poets je tanden!	We stuurden een sms
januari	Maanden	Hij staat vroeg op.
april	maart	februari
juli	juni	mei
oktober	september	augustus
seizoenen	december	november
herfst	zomer	lente
		winter