Engels : Nederlands athlete = sporter, atleet author = schrijver bang = knal charity = goed doel injuries = verwondingen lyrics = songteksten musician = muzikant parking lot = parkeerplaats picture = foto present = cadeautje to do the dishes = afwassen to interrupt = onderbreken to pick up = ophalen to pull out = ergens (onder) vandaan halen to recover = herstellen to rescue = redden brave = dapper careful = voorzichtig desperate = wanhopig entire = complete hit = geraakt in my opinion = naar mijn mening meanwhile = in de tussentijd nearby = dichtbij toward = richting trapped = zat vast