I am a professional basketball player.
|
Is he a salesman?
|
They are on vacation.
|
I am first to start work.
|
Are the children alone at home?
|
I live in the Netherlands. I am Dutch.
|
I am fond of my job.
|
I really don't like my job.
|
I like having afternoons off.
|
I hate talking to many people.
|
I don't like getting stuck in traffic jams.
|
I hate being alone so much.
|
The best part of my job is making children feel better.
|
The best part of my job is being on the road all day.
|
The worst part of my job is wearing a uniform.
|
The worst part of my job is having to get up early.
|
The worst part of my job is getting all dirty.
|
The worst part of my job is people shutting the door in my face.
|
Zij zijn op vakantie.
|
Is hij vertegenwoordiger?
|
Ik speel professioneel basketbal.
|
Ik woon in Nederland, Ik ben een Nederlander.
|
Zijn de kinderen alleen thuis?
|
Ik ben de eerste die begint.
|
Ik vind het fijn om de middagen vrij te zijn.
|
Ik vind mijn werk echt niet leuk.
|
Ik ben dol op mijn werk.
|
Ik vind het vreselijk om zoveel alleen te zijn.
|
Ik vind het niet prettig om in de file te staan.
|
Ik vind het vreselijk om met veel mensen te praten.
|
Het ergste deel van mijn werk is het dragen van een uniform.
|
Het mooiste deel van mijn werk is de hele dag op de weg zijn.
|
Het mooiste deel van mijn werk is kinderen weer beter te maken,
|
Het ergste deel van mijn werk is dat mensen de deur voor mijn neus dichtgooien.
|
Het ergste deel van mijn werk is helemaal vies worden.
|
Het ergste deel van mijn werk is het vroeg opstaan.
|