Engels : Nederlands audience = publiek book = boek cinema = bioscoop features = hier: bezienswaardigheden gymnasium = sporthal harbour = haven ice rink = schaatsbaan leisure complex = pretpark location = plek, locatie map = een kaart research = onderzoek statue = standbeeld swimming pool = zwembad trash = afval trip = een reisje, een uitje to attract = aantrekken to call = noemen to decide = besluiten to destroy = vernietigen to end up = eindigen in to enjoy = genieten to find = vinden to join = meedoen aan to leave = verlaten to marvel = bewonderen, verwonderen to offer = aanbieden to persuade = overtuigen to visit = bezoeken to wander = wandelen 9:00 AM = 09.00 uur 5:30 PM = 17.30 uur brief = kort daily = dagelijks finally = tenslotte for instance = bijvoorbeeld gently = zachtjes, voorzichtig in front of you = voor je second = tweede straight ahead = rechtdoor successful = succesvol