Engels : Nederlands appliances = apparaten book case = boekenkast chance = de kans cupboards = kasten fish tank = aquarium flowerbeds = bloembedden fridge = koelkast front garden = voortuin green lawn = groene grasmat lounge room = zitkamer marble = marmer nightstand = nachtkastje painting = schilderij picture = foto poster = poster carpet = kleed (op de grond) sink = gootsteen staircase = trappenhuis table = tafel tap = kraan the first thing to catch the eye = het oog valt als eerste op three-storey house = een huis van drie verdiepingen TV set = televisie walk-in-closet = inloopkast wall = muur to cover = bedekken to decorate = inrichten to enter = binnengaan to give way = toegang geven tot to peep = gluren at = bij bright = blinkend cheer = vrolijkheid circular = rond clothes = kleding entire = geheel huge = groot next to = naast of = van on = op on the red carpet = op de loper over = boven with = met polished = gepoetst soft = zacht trough = door (als in: door de deur)