Engels : Nederlands
Do you want to see some magic? = Wil je een goocheltruc zien?
I can make a pencil float. = Ik kan een potlood laten zweven.
Pay attention. = Let goed op.
Isn’t it amazing? = Is het niet fantastisch?
I need a volunteer. = Ik heb een vrijwilliger nodig.
Swap the bills. = Verwissel de biljetten.
Pick up the bill. = Pak een biljet op.
Don’t cheat. = Niet valsspelen.
If I am correct, then that is the 10-euro-bill. = Als ik gelijk heb, dan is dat het 10-euro-biljet.
Pick a card, any card. = Kies een kaart.
Pick a number between 1 and 10. = Kies een getal tussen 1 en 10.
Please count off seven cards. = Tel 7 kaarten af.
Just do as I just did. = Doe na wat ik net deed.
I need to concentrate now. = Ik moet me goed concentreren.
I think you picked the XXXX. = Ik denk dat je de XXXX gekozen had.