Engels : Nederlands
admission = toegang / toegangskosten
admit = toegeven
advanced = gevorderd
allow / permit = toestaan
arrange = regelen
arrangement = iets dat geregeld is
at the bottom = onderaan
athlete (AmE) / athlete = sporter
athletic centre (AmE) / athletic centre = sportcentrum
available = beschikbaar / verkrijgbaar
book = boeken
building = gebouw
capital / capital letter = hoofdletter
don't care = niet kunnen schelen
celebration = viering
change my mind = van gedachten veranderen
chips / fries (AmE) / fries = patat
clinic = workshop / cursus
cousin = neef of nicht
cute = leuk / schattig
definitely / certainly = zeker
deliver = afleveren / bezorgen
disgusting = vies / niet lekker
dress up = verkleden
enter = meedoen aan
finish = aflopen / beëindigen / eindigen
fireworks = vuurwerk
free = gratis
otherwise = anders
perform = optreden (werkwoord) / optreden
performance = optreden
picture = beeld
play a trick = streek uithalen
probably = waarschijnlijk
profit = winst
refuse = weigeren
rent = huren
set = vaststellen
shave = scheren
sleepover = slaapfeestje
I'm starving = Ik sterf van de honger.
still = nog steeds
submit = opsturen / verzenden
take pictures / take photos = foto's maken
though = echter
tournament = toernooi
turkey = kalkoen
unknown = onbekend
venue = plaats / locatie
wouldn't mind waiting = zou het niet erg vinden
youth = jongeren