evidence fascinating ill / sick (AmE) / sick
lake prove researcher
scare / frighten scientist several / a few
show solve strange / odd / weird / strange / odd
That's a shame. weak weigh
company continue / carry on find out / discover
hide hire in front of
kill message messenger
more or less / about next to rainy
shoulder spy bracelet
change coach earring
ziek fascinerend bewijs
onderzoeker bewijzen meer
verschillende wetenschapper bang maken
vreemd oplossen laten zien / aantonen
wegen zwak Dat is jammer.
ontdekken doorgaan bedrijf
voor huren / inhuren verstoppen
boodschapper bericht vermoorden
regenachtig naast min of meer
armband spion / spionne schouder
oorbel bus overstappen
employee follow jewelry
prepare repeat road
travel turn left value
walk across / cross warn by accident
coin colourful come along
friendly impossible moustache
nephew probably recently
treasure trip turn right
uncle visible worried
sieraden / juwelen volgen medewerker
weg herhalen voorbereiden
waarde links afslaan reizen
per ongeluk waarschuwen oversteken
meekomen bont / fleurig munt
snor onmogelijk vriendelijk
onlangs waarschijnlijk neef
rechts afslaan reis / reisje schat
bezorgd zichtbaar oom