Engels : Nederlands
address = adres
buy = kopen
clothes = kleren
clothes shop = kledingzaak
first floor (AmE) / first floor / ground floor (BrE) / ground floor = begane grond
second floor (AmE) / second floor / first floor (BrE) / first floor = eerste verdieping
postal code / postcode (BrE) / postcode / zipcode (AmE) / zipcode = postcode
shoes = schoenen
shop = winkel
toy = speelgoed
write down = opschrijven
a pair of jeans / jeans = spijkerbroek
a pair of sunglasses / shades = zonnebril
a pair of trousers / trousers = broek
choose = kiezen
girlfriend = vriendin
large / big = groot
price = prijs
size = maat
try on = passen
a pair of trainers / trainers = sportschoenen
amount / quantity = bedrag
check = controleren
enter = invoeren / intikken
money = geld
pay = betalen
pay by card = met een kaart betalen
pay cash = contant betalen
press / push = drukken / druk
read = lezen
screen = scherm
wait = wachten
belt = riem
pocket = broekzak
front = voorkant
back = achterkant
select = selecteren / kiezen
continue = doorgaan
email address = e-mailadres
password = wachtwoord
discount = korting
surname = achternaam
phone = telefoon