Engels : Nederlands ask = vragen first floor = eerste verdieping ground floor = begane grond second floor = tweede verdieping send = sturen / versturen boxers = jongensondergoed coat = jas jacket = jasje jeans = spijkerbroek jumper / sweatshirt = trui search = zoeken size = maat check = controleren enter = intoetsen follow = volgen pay = betalen press = drukken put ... into ... = stoppen in / steken in screen = scherm try = proberen address = adres customer = klant gift = cadeau home page = startpagina password = wachtwoord cancel = afzeggen / annuleren country = land first name = voornaam next = volgende phone = telefoon postcode = postcode surname = achternaam town = woonplaats