Engels : Nederlands countdown = aftellen healthy = gezond human = mens ancient = oud backwards = terug past = verleden find = vinden BC = vóór Christus forwards = vooruit reality = werkelijkheid cheer on = aanmoedigen campsite = camping the sixties = de jaren 60 Germany = Duitsland once = één keer be born = geboren worden not yet = nog niet because = omdat when = toen go out = uitgaan have a crush on = verliefd zijn op roof = dak energy = energie interactive = interactief art = kunst possible = mogelijk underground = onder de grond ceiling = plafond window = raam table = tafel bury = begraven item = ding ago = geleden common = gewoon dig = graven retire = met pensioen gaan in = over (tijdsduur) / over treasure = schat expect = verwachten predict = voorspellen