Engels : Nederlands baseball glove = honkbalhandschoen device = apparaat draw = tekenen fad / hype = hype fit = passen glue = lijmen lace = veter mess / litter = rotzooi / rommel notice board = mededelingenbord personalize = persoonlijk maken pillow = kussen scratch = kras sew = naaien / aannaaien stain = vlek anti-social = asociaal butterfly = vlinder court = speelveld gym = fitnessruimte litter = afval local = plaatselijk / van de wijk loud = luidruchtig mayor = burgemeester public = openbaar resident = bewoner rundown = verwaarloosd / vervallen turn up = komen opdagen / komen / verschijnen vote = stemmen ache = pijn bald = kaal cheer = toejuichen / juichen disadvantage = nadeel either = ook niet flat = plat get involved in = betrokken raken bij not yet = nog niet patch = vlek / stukje root = wortel rub = wrijven sensible = verstandig straight = steil tip = puntje afford = zich veroorloven overseas = naar het buitenland paint remover = verfverwijderaar remain = blijven sandpaper = schuurpapier spray paint = met verf spuiten wardrobe = kleerkast / garderobe